De Trigger

Zoals al beschreven in het vorige hoofdstuk “De Oorsprong”, was ik mij tot aan mijn 27e levensjaar niet bewust van de diepgewortelde angst die in mij zat. Het heeft er al die tijd wel gezeten en was groeiende, maar het was niet zodanig aan de oppervlakte aanwezig dat het mij in mijn dagelijkse leven belemmerde. Er was altijd wel een soort onrust in mij aanwezig, een soort unheimisch gevoel op plaatsen waar ik mij niet helemaal veilig voelde.

Ik kan me nog goed de vakanties met de vriendengroep herinneren. Tijdens deze vakanties was dit unheimische gevoel altijd heel sterk aanwezig. Ik kon mij dan altijd heel slecht, tot niet, ontspannen. De hoeveelheid alcohol die tijdens zo’n vakantie werd ingenomen, zorgde voor een aangename roes, waardoor de dagen “goed” vol te houden waren. Daarentegen waren de nachten verschrikkelijk…

Als de andere jongens het land der ontspanning en dromen hadden bereikt, lag ik nog woelend in mijn bed. Op die momenten voelde ik me dan ook echt alleen; alleen met mijn gedachten en de vurige wens om de slaap te kunnen vatten en de broodnodige energie op te kunnen doen. De energie die ik hard nodig zou hebben om de volgende dag überhaupt weer door te kunnen komen.

Tijdens deze vakanties belde ik dan ook geregeld met mijn ouders om raad en om een stukje veiligheid en vertrouwen op te zoeken. Tientallen keren heb ik gezegd dat ik naar huis wilde, of ze met alsjeblieft op konden halen, want ik kon niet meer. Maar keer op keer wisten zij toch de rust bij mij terug te brengen: “Kijk het nog even een dagje aan Mathijs, het gaat je echt wel lukken.” En ze hadden elke keer weer gelijk. Daar ben ik ze tot op de dag van vandaag nog steeds heel dankbaar voor. Dankzij hun geruststellende woorden en vertrouwen heb ik alle vakanties kunnen volbrengen. En nog steeds als we met de vriendengroep samen zijn, halen we herinneringen op aan onze vakantie avonturen. Het heeft me wat energie gekost, maar het was het uiteindelijk meer dan waard!

We kunnen dus wel concluderen dat er zeker heel wat momenten zijn geweest waarop de onrust, het unheimische gevoel, de sluimerende angst, mij in zijn greep hield. Zoals ook dus tijdens deze vakanties. Mijn vrienden hadden hiervoor een mooi en passend woord gevonden “heimwee”. En ik moet eerlijk bekennen dat ik daar zelf ook in begon te geloven. Het leek mij ook de meest passende beschrijving voor waar ik tijdens die vakanties last van had. Echter wist ik toen nog niet, wat ik inmiddels wel weet.

Het was donderdagochtend 25 februari 2016. Ik weet nog als de dag van gisteren hoe die dag begon. Ik reed langs het Twentekanaal richting het kantoor in Hengelo. De zon scheen recht in mijn gezicht; zonnebril op en op de radio speelde een heerlijk zomers nummertje. Het enige wat ik op dat moment dacht was; de lente is in aantocht, dit kan wel eens een prachtige dag worden… Ik had er niet verder naast kunnen zitten!

Aangekomen bij kantoor liep ik, met nog steeds een brede glimlach op mijn gezicht, de hal binnen. Daar stonden de directeur en een collega mij op te wachten.

Mathijs schrik niet… vannacht is een collega van ons plotseling overleden.

De uitdrukking “de grond onder je voeten voelen wegzakken” was daar meer dan op zijn plaats. Verbijstering en vertwijfeling maakte zich meester van mij.

De woorden “schrik niet” en “plotseling overleden” bleven in mijn hoofd rond zoemen.

Plotseling overleden… Plotseling overleden…

De angst en ik