De Oorsprong

Toen ik 2,5 jaar was hebben mijn ouders bij de geboorte een kindje verloren; mijn broertje, Remco. Ik was op dat moment hun oudste en enige kind. Daarna zijn er gelukkig nog twee kindjes bijgekomen; mijn zusjes, waar ik een zeer trotse grote broer van ben! 

Wat ik nu weet en wat ik van mijn 2,5e tot mijn 27e niet wist, is dat het overlijden van mijn broertje zo’n grote impact op mij heeft gehad. En dan bedoel ik niet in de vorm van verdriet of gemis, want ja, ik was pas 2,5 jaar en nog niet echt bewust van dit soort gedachten en gevoelens. Maar in mijn geval zat het hem puur in het feit “je kunt zomaar doodgaan”. 

Dat “je kunt zomaar doodgaan” zit, weet ik inmiddels, zo diep in mij verankerd. Het zit letterlijk in iedere cel van mijn lichaam. Het is als het ware met mij meegegroeid totdat het er op mijn 27e met een knal uit kwam. 

Naast de angst die zich door deze bewustwording heeft ontwikkeld, heb ik hierdoor nog een hele sterke eigenschap ontwikkeld, namelijk een bijzonder groot verantwoordelijkheidsgevoel. 

Terugkijkend op mijn jeugd was ik, in vergelijking tot mijn vrienden, altijd nadenkend en voorzichtig. Ik weet inmiddels ook waar dat zijn terugslag op had, namelijk dat ik niet dood mocht gaan. Dan wel niet zozeer voor mijzelf als wel heel sterk voor mijn ouders. Zij mochten namelijk onder geen beding nog een kind verliezen. 

Nu ik dit allemaal zo opschrijf en nog een aantal keer teruglees denk ik alleen maar; wat een onmenselijke druk heb ik als kind op mijn schouders neergelegd. Altijd maar de controle willen houden om mezelf niet te verliezen. Zodat mijn ouders mij niet zouden verliezen. 

Toch is het zo dat, als ik terugkijk op mijn jeugd, zowel als kind en als tiener, ik echt een prachtige tijd heb gehad. Ik heb zoveel dingen ondernomen en meegemaakt waar ik nu nog steeds met heel veel plezier aan terug denk. 

Kan ik dan ook zeggen dat mijn jeugd onbezorgd was? Het antwoord hierop is zowel ja als nee. 

Ja, ik ben opgegroeid in een warm en liefdevol gezin waarin ik nooit iets te kort ben gekomen. Daarnaast heb ik een fantastische club vrienden om mij heen gehad waar ik nog steeds erg veel plezier mee kan beleven, en die er ook altijd voor hebben gezorgd dat ik net dat stapje extra durfde te zetten. Mede daardoor heb ik dan ook vele mooie avonturen kunnen beleven. 

Nee, door de eerder omschreven druk die ik mezelf continu heb opgelegd was ik absoluut niet zorgeloos. Ik wilde altijd zoveel mogelijk controle op de, op dat moment geldende, situatie hebben. Ik zorgde er altijd voor tot in de puntjes voorbereid te zijn op één van de 346 mogelijke scenario’s die ik allemaal van begin tot eind had uitgedacht. Veel mensen zullen herkennen dat ik nooit zonder een flesje water de auto in zou stappen. En dat ik jarenlang een oude opgevouwen plasticzak in mijn achterzak heb gehad, aangezien één van de 346 scenario’s het plotseling moeten overgeven op een willekeurige locatie was. 

Op de vraag of ik een fijne jeugd heb gehad kan ik dus volmondig ja antwoorden. Heb ik het mezelf altijd makkelijk gemaakt? Nee. Was het een onbezorgde jeugd? Ja en nee. Als ik de mogelijkheid had om het allemaal opnieuw te mogen doen, zou ik dan ook willen dat het allemaal anders zou zijn gegaan? Inmiddels kan ik hier met ‘nee’ op antwoorden. Alles wat ik heb meegemaakt en heb moeten doorstaan, hebben mij uiteindelijk gevormd tot de mens die ik nu ben. En ik kan zeggen dat ik daar behoorlijk tevreden mee ben. Dat ik dat tijdens mijn hoogtij dagen van angst en paniek niet altijd zo heb ervaren, zal blijken uit de onderwerpen die hierna nog aanbod zullen komen.

De angst en ik